Onno is een uitbundige verhalenverteller. Vooral toen we elkaar net kenden (1991) en samen van Grave naar ons werk in Arnhem reden, waren daar de talrijke (vaak hilarische – en sterk aangezetteđ-) anecdotes over zijn vroegere vrolijke jeugdgebeurtenissen.
‘t Viel Onno al snel op, dat mĂjn jeugd op zwart stond. Ik herinnerde me gewoon niets en had niets te vertellen. Maar stond mezelf (onbewust) ook niet toe na te denken hoe dat kwam.
Toch, in daarna volgende jaren kwamen ze alsnog, de verhalen. Onno’s oprechte belangstellende (en vooral liefdevolle) interesse, stimuleerde mij stukje bij beetje over mijn jeugd en verder over mijn bewogen leven te vertellen.
Het is 2012 en heb generale repetitie van bedrijfstheatershow – dat ik regisseer – in Concertgebouw in Amsterdam. Als we naar huis terugrijden geeft Onno mij zes A4tjes: ‘Lees dit eens schat,’ zegt hij. Wat ik dan lees ontroert me heftig. Terwijl ik aan ‘t repeteren was, beschreef hij in theatercafĂ© – waar hij op mij wachtte – al mijn levensbepalende gebeurtenissen: de vrolijke maar ook de schrijnende en vooral verdrietige feitelijkheden. De hele verdere terugweg zit ik sprakeloos met die velletjes op mijn schoot.
Achteraf blijkt dat de opmaat naar het twee jaar daarna: ‘Carla, je moet nu echt dat boek schrijven’.
0 reacties